oefentherapie en osteoporose
In de praktijk zie ik regelmatig vrouwen met osteoporose. Ze worden verwezen in verband met rug- of heupklachten of vanwege een impressiefractuur. Dit laatste is het inzakken van de wervel door bijvoorbeeld een eenvoudig misstapje. De vraag die dan meestal gesteld wordt is wat ik aan de osteoporose kan doen.
Aan de botontkalking, zoals osteoporose meestal genoemd wordt, is meestal niet heel veel te doen. Het proces zit in het lichaam en vindt gewoon plaats. Met kalktabletten kan je het tekort aan kalk enigszins aanvullen en met oefeningen kan je proberen de druk op de botten beter te verdelen. Met oefentherapie leer je hoe je dit het beste kan doen.
De therapie is gericht op het zoveel mogelijk in balans krijgen van het lichaam. Dus de spieren rondom de rug en het bekken zo trainen dat er een goede samenwerking is tijdens de dagelijkse bezigheden. Dat betekent dat de spieren op zich getraind worden, maar ook bijvoorbeeld het staan, zitten, bukken, reiken en alles wat voor die persoon nog meer van belang is. Verder gaat de therapeut in op gedragsverandering. Dus luisteren naar het lichaam, belastingen afwisselen, en de dagelijkse houdingen die geoefend worden ook echt toepassen tijdens stofzuigen, boodschappen doen of zitten achter de computer.
Dus ook met osteoporose eerst even naar de oefentherapeut.