Hoe veeg je zonder rugpijn te krijgen?

Veel mensen klagen over rug- of schouderpijn na het vegen van de straat. Net als bij stofzuigen wordt er teveel kracht gezet op de bezem met een gebogen rug. Met opgetrokken schouders wordt er flink op de bezem geduwd en als de straat dan mooi aan kant is doet de nek zeer, is er hoofdpijn of zijn er zere schouders.

Hoe moet het dan wel?

Hou de veegbeweging klein. Maak kleine stapjes voorwaarts of zijwaarts zodat je de kracht uit de benen kan halen.De rug blijft gestrekt en de schouders laag. Duw niet te hard op de bezem, hij doet zijn werk ook wel als je minder kracht zet. Bij vegen wordt er veel gevraagd van de schuine buikspieren voor stabiliteit naar het bekken. Merk je dat je ondanks een goede houding toch last krijgt van de rug of rond het bekken, dan komt dat meestal door te weinig kracht in de buikspieren. Span deze dan bewust aan tijdens het vegen of train ze regelmatig zodat ze sterker worden.

Hieronder zie je een demonstratie van de goede houding, kijk maar eens of je bovengenoemde punten terug ziet in de film:

[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=1CFdAkkio7Y]

 

goede motorhouding

Heerlijk, het seizoen is begonnen, mooi weer komt er eindelijk aan dus eindelijk het al heel lang geleden beloofde stukje over de motorhouding.

Ten eerste zijn er natuurlijk verschillende soorten motoren en daarbij ook verschillende lichamelijke klachten. Bij de chopper rijders hoor je vaak klachten van de lage rug, bij de toerrijders de dove benen en armen en ook de lage rug, en bij de racers hoor je vaak klachten over nek en dove armen.

Waar let je op als chopper rijder: probeer niet teveel te hangen in de onderrug, dus strek vanuit het bekken de rug iets op. De schouders laag houden als je het stuur vasthoudt en regelmatig even een terrasje pakken om van houding te veranderen. Tijdens het rijden kan je het bekken af en toe licht voor- en achterover kantelen en verdeel de druk wisselend wat meer naar de armen en dan weer naar de billen.

De toerrijder: dit is de ideale motor voor een goede zithouding. Op een toermotor kan je de rug goed strekken vanuit het bekken, het bovenlichaam wat naar voren, de schouders laag en ontspannen het stuur vasthouden. Bij langere ritten regelmatig even het bekken kantelen of de benen strekken.

 

De racer: Een racemotor is er niet voor gemaakt om langzaam te rijden. Dat merk je in je nek en handen.

 

Als je teveel steunt op je armen knelt dat af waardoor je handen gaan tintelen. Door wat sneller te rijden heb je de steun van de wind. Belangrijk is wel dat je ook in deze houding de rug strekt met de borst licht vooruit. Zo komen de nek en rug in één lijn te staan waardoor er minder kans is op overbelasting en afknelling. En natuurlijk, als je echt hard gaat ga je meer achterop zitten en duik je zo iets achter je windscherm. Voor die houding verwijs ik je graag naar Valentino Rossi 😉

 

verschillende zithoudingen

Als ik met mensen in mijn praktijk de zithouding doorneem train ik altijd 3 verschillende zithoudingen. We zitten namelijk niet altijd op een zelfde soort stoel en niet altijd met hetzelfde doel. Belangrijk is dat je zithoudingen kan afwisselen, omdat het lichaam lang in één houding niet prettig vindt. Over het algemeen komt het neer op het volgende:

Zitten zonder leuning: Voor als je op een kruk zit, of voor op je stoel. Zet je voeten stevig op de grond met de knieën in een hoek van ongeveer 90 graden. Zo geven je benen de meeste steun voor je rug. Strek je rug door je borstbeen te heffen vanuit de bovenrug. Je komt nu voor je gevoel een beetje schuin naar voren te zitten. Maak de nek lang om het hoofd recht te krijgen en laat de schouders ontspannen hangen. Als het goed is voel je dat je een beetje voor op je billen zit, je voelt de rugspieren werken en het voelt een beetje overdreven. Begin dit te oefenen door vaak een halve minuut rechtop te zitten. Breidt het uit naar steeds vaker en langer.

Zitten in een stoel: De billen achterin de stoel en de rug tegen de leuning aan. Zet de voeten weer stevig op de grond en maak de nek ook weer lang zodat je de strekking van de rug afmaakt. Vooral schouders en hoofd willen graag naar voren hangen, omdat daar vaak geen steun meer is. Probeer de schouders te ontspannen  en niet op te trekken. Let steeds als je gaat zitten op deze houding en betrap je jezelf op hangen dan is de correctie snel gemaakt.

 

 

 

 

 

Zitten op de bank: ’s Avonds willen we ook wel lekker op de bank hangen en dat kan natuurlijk. Zorg dat je met kussens de rug recht steunt, leg de benen lekker languit op de bank of op een poef/tafel en zorg dat je recht voor de televisie zit. Zo zit je lekker lui, maar toch met een rechte rug. Probeer op twee billen te zitten en niet schuin op een zij.

 

 

De rug wil bij zitten dus altijd recht gesteund worden: of door de rugspieren, of door een leuning of door kussens.

Succes!!! (lukt het niet kom dan even langs bij de oefentherapeut…)

goed staan, hoe moet dat?

We staan dagelijks op verschillende manieren. Je staat bijvoorbeeld te wachten, of met iemand te kletsen, sommige mensen hebben een staand beroep of wel op één plek of in beweging. Maar lopen is ook een vorm van staan, namelijk staan in voortgang.

De volgende basisprincipes komen terug in alle vormen van staan.

De voeten staan ter breedte van het bekken en wijzen recht naar voren of heel licht naar buiten: zo heb je de benen recht onder je heupgewrichten staan en is de belasting in die heupen zo goed mogelijk verdeeld. De bilspieren kunnen op deze manier optimaal steun geven.

De knieën staan ‘los’, oftewel niet helemaal doorgestrekt naar achter met net een beetje wiebelig: zo gebruik je de bovenbeenspieren om je gewicht te dragen en komt dat gewicht niet in de kniegewrichten te hangen.

De rug maak je lang door je borstbeen iets schuin naar voren en licht omhoog te heffen. Ga vooral niet met gekanteld bekken staan, zo zet je alles vast: op deze manier kan je optimaal de hele rugspier gebruiken om je rug te dragen. De zwaartekracht die altijd op het lichaam werkt wordt zo optimaal verdeeld. De buikspieren spannen vanzelf aan en geven zo ook steun.

Het hoofd maak je lang door je kruin richting plafond te duwen, de neus wijst recht naar voren: zo verdeel je de druk in nek over de hele nekspier en hangt het hoofd niet voor de nek.

Het hele lichaam leunt tegen de bal van de voet aan, dus je voelt de druk in je voeten tegen de bal van de voet en niet in de hielen: zo gebruik je het hele steunvlak waar het lichaam op rust en is het lichaam in balans.

Het intrainen van een goede houding leer je niet zo maar (zie mijn vorige verhaal), maar door dit regelmatig te oefenen bijvoorbeeld onder de douche, tijdens het tandenpoetsen of koken, wordt het je steeds meer eigen.

Lukt het niet dan op naar de oefentherapeut!

Hoe verander je een houding?

Iedereen weet dat een goede houding belangrijk is, en ook wel hoe het anders moet, maar hoe train je dat nu in? Als je rechtop gaat zitten kan je dat meestal een minuutje volhouden, maar dan is het ook wel weer over. Het gaat zeer doen en het voelt niet fijn. En iedereen weet dat je moet bukken met gebogen knieën en een rechte rug maar dat is best moeilijk.

Oefentherapie wordt ook wel houdingstherapie genoemd. Een oefentherapeut is gespecialiseerd in het aanleren en intrainen van een goede houding. Wat een goede houding is ga ik later nog een keer uitleggen. Hoe je een goede houding intraint gaat volgens het volgende principe: het motorisch leerproces.

Eerst moet je bewust worden van de houding die je nu hebt. In onze praktijk gaan we daarom vaak voor de spiegel staan en kijken bij bijvoorbeeld een bukbeweging naar de stand van benen, bekken, rug en hoofd. Als je bewust bent kan je ook veranderen. Dit train je eerst met enkelvoudige bewegingen/oefeningen. Dus eerst buikspieroefeningen om te leren hoe je die moet gebruiken, en een bekkenkanteling om te voelen hoe je met het bekken kan bewegen.

De volgende stap is het trainen van meervoudige bewegingen. Dus je gaat combinaties maken. Bijvoorbeeld zittend met een rechte rug naar voren gaan om bewust te worden van de bewegingsmogelijkheid en de samenwerking van de spieren die hiervoor nodig zijn. Daarna ga je staand verder met de bukbeweging in zijn geheel. Je traint heel bewust en gericht en maakt hier variaties op. Thuis ga je dit toepassen in eenvoudige situaties, zodat je jezelf helemaal kan concentreren op die ene beweging.

De laatste fase is het automatisme. De basisbeweging moet nu geïntegreerd zijn in je systeem. Dit kan je oefenen door dagelijkse situaties na te bootsen, bewegingen complexer te maken of er meer snelheid in te brengen.

Het doorlopen van dit proces kost tijd. Daarom is een goed resultaat bij oefentherapie niet haalbaar in 6 behandelingen, maar zijn er gemiddeld 12 tot 15 keer voor nodig verdeeld over circa 5 maanden.

In het kort komt het op het volgende neer:

Eerst ben je onbewust onbekwaam. (je weet niet wat je verkeerd doet)

Dan word je bewust onbekwaam. (je weet inmiddels wat je verkeerd doet maar weet nog niet hoe te verbeteren)

Daarna volgt bewust bekwaam. ( je kan door erbij na te denken de houding op de juiste manier uitvoeren)

En als het klaar is ben je onbewust bekwaam. (zonder nadenken zit de juiste houding in je systeem)

 

 

nuttige tijdbesteding in de file

Als je in de file staat moet je natuurlijk blijven opletten op het verkeer. Maar je kan ondertussen ook een kleine workout doen, daar blijf je goed wakker bij en het is nog nuttig ook.

 

1. Draai je hoofd naar links en rechts in een rustig tempo. Zo wordt je nek los en je ziet eens wat anders.

2. Buig je hoofd een klein stukje opzij. Weer lekker voor de nek. Let op, alleen doen als je stilstaat of heel langzaam rijdt, onbewust gaan de armen een beetje meedoen en dat stuurt zo zwabberig.

3. Trek je buik in, knijp de billen aan en laat los. Goed voor buik- en bilspieren!

4. Cirkel de schouders naar achter, begin groot en maak steeds kleiner, lekker ontspannend.

5. Knijp hard in het stuur, haal de kracht puur uit handen en onderarmen, en laat het stuur even los. Zo worden de onderarmen ook getraind.

6. Pak het stuur onderhands vast, schouders laag, rug recht. Trek aan het stuur en duw de ellebogen richting de rugleuning, en laat los. Voor de bovenarmen en bovenste rugspieren een lichte training. Vooral niet doen als je al heel sterk bent, geen idee of het stuur teveel trekkrachten kan hebben 😉

7. Buig vanuit je bovenrug naar opzij en trek daarbij de buik in. Je schuine buikspieren worden getraind en je achterbuurman/vrouw denkt dat je heel leuke muziek op hebt.

 

Zodra het verkeer weer wat op gang komt natuurlijk weer goed opletten. Aandacht bij het verkeer is belangrijker dan een training.

lekker aan het werk in de tuin (deel1)

De lente is begonnen en het kriebelt weer om in de tuin aan het werk te gaan. Vol enthousiasme begin je in de ochtend, maar hoe vaak gebeurt het niet dat je in de loop van de dag haast niet meer overeind kan komen door bijvoorbeeld een zere rug. Hieronder volgen wat tips en herkenbare foto’s over hoe het niet en vooral over hoe het wel handig is om te doen.

Onkruid wieden

                                        

Links zie je de bekende verkeerde houding en rechts één van de betere mogelijkheden. Probeer altijd dichtbij en recht voor je werk te blijven. Breng jezelf naar het werk toe door bijvoorbeeld te hurken of te knielen op één been. Een andere mogelijkheid is een klein krukje of opstapje gebruiken waar je op kan zitten. Verander regelmatig van houding om stijfheid te voorkomen.

Spitten

Links de overbelastende spithouding en rechts de manier waarop je beter je spieren gebruikt en de belasting dus ook meer over het hele lichaam verdeelt. Links geeft een piekbelasting op de onderste tussenwervelschijven. Rechts is een stuk moeilijker als je dat voor het eerst moet doen, maar uiteindelijk kan je het op deze manier langer volhouden. Dus knieën buigen, met een rechte rug naar voren en de kracht voor een groot deel uit de benen halen.

lekker aan het werk in de tuin (deel 2)

Schoffelen wordt meestal gedaan zoals links. De kracht komt uit de onderrug, de knieën staan strak zodat de beenspieren weinig kunnen doen. Het uiteinde van de steel wordt vastgepakt zodat de afstand tot het werk erg groot is. De betere manier is zoals de andere foto. De steel korter vast gepakt, de rug recht en de knieën lichtgebogen. Zo worden de rug en beenspieren aan het werk gezet en die kunnen heel wat hebben.

 

Onthoudt wel dat de juiste manier van werken in de tuin meer spiergebruik vraagt en dus meer kracht. Een goede houding leer je niet zo maar en vraagt veel herhaling. Een oefentherapeut kan daar goed bij helpen, zie www.vvocm.nl

zithouding

ZET JE VOETEN STEVIG OP DE GROND

        DRUK JE LEUNING TEGEN JE KONT

                   HOUDT JE RUG RECHT EN ONTSPAN JE SCHOUDERS MAAR

                                  HOOFD RECHTOP EN JE BENT KLAAR

tips voor houdingen tijdens het huishouden

De huishouding, je ontkomt er niet aan. En het valt niet altijd mee om te doen. Vooral als je last hebt van de rug of nek voel je dat huishoudelijke bezigheden zwaar zijn om te doen. Hieronder volgen wat tips waar je op kunt letten als je bezig bent. Het is even opletten en het voelt misschien alsof het veel tijd kost, maar uiteindelijk levert het je minder pijn op.

1. Stofzuigen. Trek de stofzuigerslang achter je langs zodat hij strak komt te staan als je je arm met de stang uitstrekt. Zo zorg je voor een kleine bewegingsuitslag en is het makkelijker om rechtop te blijven. De makkelijk te bereiken ruimtes doe je met kleine stapjes en kleine armbewegingen. Moet je ergens onder dan maak je de juiste bukbeweging (zie tips bukken en tillen). Laat de stofzuiger zijn werk doen en wees niet zelf de stofzuiger. Zie hier de film.

2. Stoffen/afnemen van spullen. Met wat voor een doek je het ook doet het gaat om stof afnemen en niet om schrobben. Vaak wordt er teveel kracht gezet vanuit de schouder terwijl je met ‘aaibewegingen’ de boel ook afneemt. Met een eenvoudig licht opstapje zorg je dat je overal goed bijkunt en dus niet hoeft uit te rekken.

3. Strijken. Stel de plank op de juiste hoogte in (navelhoogte als je staat). Zorg voor ruimte om je heen zodat je makkelijk heen en weer kan stappen. Juist door te bewegen word je minder moe. Laat de strijkbout zijn werk doen, je hoeft niet hard te duwen of drukken.

4. Ramen zemen. Werk zoveel mogelijk tussen borst- en ooghoogte. Zorg voor een opstapje/trap zodat je niet erg hoeft uit te rekken. Voor lage ramen gebruik je de bukbeweging uit tips bij bukken/tillen. Breng jezelf dus naar de werkhoogte toe. Laat de spons het werk doen, dus niet teveel drukken. Moet je toch vlekken wegpoetsen maak dan kleine bewegingen.

5.  Afwassen. Geen vaatwasser? Dan dus staand bij het aanrecht. Is de gootsteen te diep dan kan je of in een kleine spreidstand gaan staan, of het gootsteenkastje opendoen en een voet daarin zetten of een afwasteil kopen, die op het aanrecht zetten en het afdruiprek in de gootsteen. Zo bevorder je een rechte rug en sta je actief in plaats van te hangen.

6. Dweilen/swiffer. Dit kan op verschillende manieren, maar wat altijd belangrijk is, is de kleine bewegingsuitslag. Je kan van links naar rechts of naar voor/achter. Verdeel het gewicht goed over beide benen, houdt het bekken stil door enigszins de buik/taillespieren aan te spannen en haal kracht uit de lichtgebogen benen. zie hier de film.

7. Dit zijn natuurlijk eenvoudige tips waar je iets mee vooruit kan. De oefentherapeut traint deze houdingen en bewegingen echt in en kijkt naar wat voor jou als individu het beste is, dus heb je nog vragen of wil je meer info bel dan eens een oefentherapeut bij je in de buurt : www.vvocm.nl