Van oefentherapeut naar oefencoach

OP BASIS VAN OEFENTHERAPIE CESAR OF MENSENDIECK

Toen ik in 1993 afstudeerde als oefentherapeut Cesar was mijn manier van werken heel anders dan nu. Dat komt natuurlijk door de tientallen cursussen en bijscholingen die ik heb gevolgd, maar ook door een andere kijk op ons vak.

Tot zo’n 10 jaar geleden waren we nog echte therapeuten. Mensen die bij mij in de praktijk kwamen kregen adviezen en training in hoe te bewegen en hoe oefeningen te doen. Menigmaal zei ik tegen de patiënt : ‘dat moet u maar niet meer doen’, of ‘dat is niet zo verstandig’. De verantwoordelijkheid voor de patiënt namen we voor een groot deel op onszelf en door te zeggen wat iemand wel of niet moest doen behaalden we ons resultaat.

De trend van de afgelopen jaren is duidelijk anders. De patiënt is cliënt geworden en van therapeut zijn we coach geworden. Natuurlijk geef ik mensen nog steeds oefeningen mee, maar of ze worden gedaan is niet mijn verantwoordelijkheid. Natuurlijk geef ik een advies als ernaar wordt gevraagd, maar niet dwingend. Meer in de zin van,’als ik u was dan…’ of ‘wat denkt u zelf, wat zou u een ander adviseren in deze situatie’.  Mensen met lichamelijke klachten komen bij mij omdat ze zelf van hun klachten af willen. Of omdat ze willen leren hoe ermee om te gaan. Ik kan iemand dan aan het denken zetten en mogelijkheden aanbieden, maar wat iemand besluit te doen is geheel aan hem- of haarzelf. Op deze manier zijn mensen veel meer gemotiveerd om iets te doen aan hun probleem of klachten, omdat de oplossing in hun zelf ligt. Ik coach ze daar alleen maar naartoe.

De kennis van het menselijke lichaam, van aandoeningen en processen in het lichaam is natuurlijk nog steeds de basis van oefentherapie. Kennis van gedragsverandering en de werking van motorische leerprocessen is ook een noodzaak om een goede therapeut te kunnen zijn. De manier waarop we met die kennis omgaan en het overbrengen, dat is veranderd.

Van therapeut naar coach…een mooi proces.